-
… jullie welke taal wij spreken in Nederland?
-
De leraar wil de namen van de cursisten weten. Hij vraagt, hoe zij … .
-
Alle cursisten zijn in Nederland, maar zij … uit het buitenland.
-
Tijdens het examen moet je lezen, luisteren, schrijven en … .
-
Als je iets niet begrijpt, dan moet je iets … .
-
Tijdens het Inburgeringsexamen moet je veel teksten … .
-
Ik doe de Inburgeringscursus, omdat ik in Nederland wil … .
-
Niet alle cursisten zijn in de klas. We … nog iemand.
-
We … om 13.00 uur met de les. Om 16:30 uur zijn we klaar.
-
De studenten … elkaar aan het begin van de les.
-
De cursisten … de nieuwe studieboeken.
-
De leraar komt uit Nederland. De cursisten … niet in Nederland … .