Ik wil naar Nederland

Войти
Выберите язык:

Закончить предложение

Прогресс  (1/10)
  • Hoe heet u?

  • Uit welk land komt u?

  • Welke nationaliteit hebt u?

  • In welk jaar bent u geboren?

  • Welke taal spreek je?

  • Hoe lang woont u in Nederland?

  • Wat is uw moedertaal?

  • Waar kom je vandaan?

  • In welk land bent u geboren?

  • Welke talen spreekt u?